Zou iedereen cognitie-verbeterende ‘medicijnen’ moeten nemen?

Zoals het geval is met alle medicijnen, hebben cognitie-verbeterende medicijnen andere invloeden op verschillende mensen. We zetten even de ethische vragen omtrent breinboosters aan de kant, hier is een kijk op de groepen die een speciale behandeling zouden overwegen.

Kinderen en tieners.

Cognitie-verbeterende ‘medicijnen’ kunnen bijzondere risico’s voor het ontwikkelende brein zijn. Verschillende klinische onderzoeken hebben vastgesteld dat Modafinil veilig is wanneer het aan kinderen gegeven die lijden aan ADHD, maar de onderzoeken duurden maar enkele maanden, waardoor het dus moeilijk wordt om de effecten op lange termijn te bevestigen. In een artikel uit 2014 waarin men de biochemische effecten van Modafinil en andere ‘slimme medicijnen’ onderzocht, toonden onderzoekers van de universiteit van Delaware en de Drexel universiteit hun bezorgdheid over het gebruik van deze medicijnen. Ze zouden een invloed hebben op het vermogen van het brein om aan te passen aan nieuwe situaties, alsook zouden ze het risico op verslavingen vergroten.

Mensen met een lager IQ.

Onderzoek duidt aan dat cognitie-verbeterende ‘medicijnen’ de grootste prestatie leveren bij mensen met een lager dan gemiddelde intelligentie. Deze bevindingen zorgden ervoor dat in 2014 onderzoekers van de universiteit van Oxford een paper opstelden. Etische belangen werden aan de kant geschoven wanneer deze medicijnen selectief aangeboden werden aan mensen die ze het meest nodig hadden, ze konden zelfs ongelijkheid verminderen.

Senioren.

Sommige onderzoeken duiden erop dat senioren niet zo veel hebben aan cognitief-verbeterende ‘medicijnen’. Eén bepaalde studie vond dat methylfenidaat (Rilatine), een middel dat het werkend geheugen en de aandacht een flinke boost geeft bij jongvolwassenen, geen enkel effect had op gezonde ouderen aan wie gevraagd werd om cognitieve taken op te lossen.

Niet gecategoriseerd

Reginald Obrien